Berta Carmiggelt de verloofde van Berends wist op 14 mei direct na de capitulatie van niets en er was natuurlijk geen contact met Willem mogelijk. Die onzekerheid kon ze niet aan en fietste met een vriendin vanuit Brummen naar de Grebbeberg om te kijken en haar Willem te zoeken.
Lees meer: aanwinst februari 2013
Verzetscollectie van H. ter Burg uit Dinxperlo |
 |
Deze maand hebben we een geweldige collectie gekregen van de heer ter Burg uit de nalatenschap van zijn vader. Het is een collectie documenten van Hendrik ter Burg een oud dienstweigeraar die nadat zijn werkgever van Joodse afkomst werd opgepakt in het verzet betrokken raakte. Op het moment dat ter Burg bezig was zijn werkgever op weg te helpen naar Zwitserland werd hij zelf ook gearresteerd. Er was te weinig bewijs en hij werd weer vrij gelaten. Hij is daarna buitengewoon actief geworden op alle fronten in het verzet. Hij werkte mee aan de illegale krant de Vrije Koerier in de omgeving van Dinxperlo en hielp mensen met onderduiken. Later heeft hij ook nog rond de 75 valse persoonsbewijzen gemaakt. Het vervalsen van persoonsbewijzen lag erg dicht bij zijn expertise van tekenaar. Na de bevrijding is hij de commandant van het verzet in Dinxperlo geweest en was actief op zoek naar politieke vluchtelingen en voormalige pro duitse personen en NSB ers.Hieronder geven we nog een verhaal van de mislukte ontsnappingspoging van de werkgever van H. ter Burg.
|

|
Al vroeg in de oorlog 1941 was de heer ter Burg vrijwillig lid van de lucht beschermings dienst (L.B.D.) |

|
Bewijs van ontslag uit militaire dienst in 1933 de heer ter Burg was destijds dienstweigeraar en heeft daarvoor nog een half jaar vast gezeten in de militaire gevangenis in Venhuizen. |
 |
De verwoeste tapijtfabriek waar ter Burg al voor de oorlog werkzaam was, nagenoeg geheel verwoest na de geallieerde beschietingen in 1945. |
Lees meer: aanwinst januari 2013
BS overal gedragen door de knokploeg (KP) van kwartier IV in Utrecht.
|
 |
Gedurende de periode van 7 mei tot 8 augustus 1945 was het georganiseerde verzet van Utrecht onder gebracht bij de Nederlandse Binnenlandse Strijdkrachten de N.B.S. Een deel van die groep is hieronder op de foto te zien.
|
 |
Staand van links naar rechts:
Gerrit, Karel, Bep, Henk, lange Joop en kleine Joop, Ted was niet aanwezig.
Zittend van links naar rechts:
Koerierster Bep, Dhr. Van Plaat (Chef Staf BS Utrecht) schuilnaam de Raad, J. van Uitert (leider knokploeg) schuilnaam Nico en Koerierster Dicky.
|
De overal die we hier laten zien is de overal die op de foto door de heer van Uitert wordt gedragen. De overals kwamen begin mei 1945 ineens beschikbaar vanuit het geallieerde leger aldus de heer van Uitert. De geallieerden wilden daarmee kennelijk een duidelijk onderscheid gaan maken onder alle verzetsmensen. Ze moesten herkenbaar zijn voor het militair gezag en alleen de verzetsmensen met een blauwe mouwband met de witte letters CD mochten een wapen dragen na 8 mei 1945.
Lees meer: aanwinst december 2012
Een bijzondere bodemvondst
Recentelijk (zomer 2012) heeft iemand met een metaaldetector op zoek naar munten een bijzondere ontdekking gedaan. Tijdens zijn zoektocht rondom kasteel Hackfort bij Vorden kreeg hij een enorme uitslag op de detector die heel wat groter was dan een munt. De schop ging in de grond en tot zijn verbazing vond hij de aanwinst van deze maand. Na een tip van de politie en overleg met de Officier van Justitie hebben we dit boordwapen van een Engels vliegtuig aan onze collectie kunnen toevoegen.
|
De |
|
De aanwinst is een bodemvondst boordmitrailleur, de Browning .303 Mark II.
De Browning werd door de R.A.F. (Royal Air Force) geadopteerd en werd geproduceerd door Vickers Armstrong en BSA om patronen van het kaliber .303 (7.92 mm.) te kunnen verschieten en werd daarna de Browning .303 MK 2 in Britse dienst genoemd. Het was oorspronkelijk een 1930 model Colt-Browning met patroon band voeding. Het was ontworpen om hydraulisch afgevuurd te worden vanuit de vleugels van een vliegtuig. Er werden echter ook modellen gemaakt die met een aanpassing handmatig afgevuurd konden worden vanuit bommenwerpers en verkenningsvliegtuigen. Het wapen had een vuurkracht van 1150 patronen per minuut.
|
 |
De Browning na conservering in de display in het museum. |
Op zoek naar informatie over de crash waar dit wapen vandaan kwam heb ik dankbaar gebruik mogen maken van de informatie uit het boek “Vorden tijdens de bezetting”, van Robert Ellenkamp uit juli 1997 aangevuld met informatie en een afbeelding van Karl Lusink AIR WAR RESEARCHER ARGA Drempt. Dank hiervoor.
|
Lancaster stort neer in Hackfort.
|
Tijdens de oorlog bestreden Groot-Brittannië en Duitsland elkaar ook in de lucht. In het begin, toen de Duitsers het luchtruim beheersten, merkten de Vordenaren behalve het overvliegen weinig van de strijd. Halverwege de oorlog waren de rollen omgedraaid en kreeg Groot-Brittannië het overwicht. Deze omslag had tot gevolg, dat de burgerbevolking er steeds meer bij betrokken raakte. De Duitse jachtvliegtuigen probeerden de geallieerde luchtvloot te reduceren. Vorden kreeg hier begin 1943 voor het eerst mee te maken.
Op vrijdagavond 8 januari 1943 werd er om 19.23u boven Hackfort de Britse Lancaster 1 met nummer W-4159 en code WS-Y van het 9e Squadron R.A.F. neergeschoten. Het vliegtuig was gestationeerd op de basis Waddington en was om 17.20u opgestegen. Samen met 3 Pathfinder Mosquito’s en 37 Lancaster bommenwerpers was het vertrokken voor een missie naar Duisburg. Drie Lancasters keerden hierbij niet terug in Engeland.
|
 |
Een bommenwerper gevangen in zoeklichten. |
Het vliegtuig was een gemakkelijke prooi, omdat het ‘gevangen’ was in een lichtkegel van een zoeklicht. Een Duitse nachtjager die gevlogen werd door Oberleutnant Ludwig Becker van het 12e Staffel vom Nachtjagdgeschwader 1 schoot het vliegtuig neer. Op het moment dat het vliegtuig werd getroffen, werd Hackfort hierdoor enige tijd zo verlicht dat het net leek of het dag was. Het vliegtuig vloog door de beschieting in brand en verloor zijn staartstuk, zodat het onbestuurbaar werd. Het staartstuk kwam voor een groot gedeelte samen met de benzinetank terecht in het Dickmansbos. Het andere gedeelte van de staart kwam bij boerderij Tichelman van H. Steenblik terecht. Kort hierna kwam er één parachutist naar beneden; hij overleefde de sprong niet omdat zijn parachute niet goed was bevestigd. Hij kwam terecht tussen de boerderijen Leunk en Tichelman. De grond was op die januari-avond bevroren, maar werd toch door de val zo’n 30 cm ingedeukt. Het stoffelijk overschot lag echter niet in het gat, maar was er weer uit gestuiterd. De parachute kwam 150 meter verder op de grond terecht. Ten noorden van boerderij Tichelman vond H. Steenblik de volgende dag een mitrailleur. Met een nijptang probeerde hij enkele patronen uit de patroonband, die nog in het geweer zat, te halen. Het wapen heeft hij later begraven. ( Het betreft hier zeer waarschijnlijk onze mitrailleur)
|
|
Na het verliezen van die verschillende onderdelen, stortte de Lancaster met grote snelheid neer tussen de boerderijen van J.L. Klein Brinke en D. Norde. Tot vijf minuten na de crash vielen er nog brokstukken uit de lucht, verspreid over een groot gebied. Bij de crash deed zich een grote explosie voor, die werd veroorzaakt door een 4000 ponder “Cookie”(meer dan 1000 kg springstof) die nog aan het vliegtuig hing. Er bleef niets meer van het vliegtuig over. Ook alle inzittenden werden weggeslingerd. Eén van hen werd totaal uiteen gereten. De romp kwam in een sloot terecht aan de andere kant van de Kruisdijk. Later heeft Klein Brinke nog een hand en een voet gevonden, tijdens het ploegen van zijn akker. De overige vier bemanningsleden kwamen in de buurt van het vliegtuig terecht. Eén werd door de explosie over de hoge eiken geslingerd en belandde in het weiland van Norde. Door de ontploffing werd er ook een gedeelte van het rieten dak van de boerderij van Klein Brinke weggeslagen. Bij zeven boerderijen in de omtrek sneuvelden de ruiten en waren er dakpannen in beweging gekomen. Het vliegtuig had ook fosfor-brandbommen aan boord, die door de explosie waren weggeslingerd en overal lagen te branden. Die fosforbommen waren cilindervormig en hadden een doorsnede van 12,6 cm, een lengte van 40 cm en een gewicht van 14 kg.
Kort na de crash verscheen de Vordense politie, gevolgd door twee vrachtwagens met Duitsers van een speciale eenheid die de politie wegstuurde. De Duitsers kwamen uit Toldijk en waren verantwoordelijk voor alle vliegtuigen die hier in de regio werden neergeschoten. Zij waren voor hun doen snel ter plaatse, omdat zij dachten dat er een Duitse jager was neergeschoten. De Duitsers bewaakten de resten van het vliegtuig dag en nacht: er mocht niks worden weggehaald. Vooral ’s nachts waren de Duitsers zeer gespannen, zodat ze op alles schoten wat maar bewoog. Op zaterdagmorgen werd er echter toch iets weggenomen; niet door een buitenstaander maar door één van de Duitsers zelf. Deze pleegden namelijk lijkenroof op één van de Britse officieren. Dit was door Klein Brinke gezien. Hij gaf dit door aan de Vordense politie. Die rapporteerde dit op haar beurt weer bij de Duitsers. Klein Brinke werd meegenomen naar Toldijk, waar hij de Duitser moest aanwijzen. Bij het leeghalen van de zakken van de aangewezen Duitser kwamen er ringen en een portemonnee te voorschijn. Voor deze daad is hij later geëxecuteerd. De stoffelijke overschotten van de Britten werden diezelfde zaterdag geborgen. H.W. Groot Bramel heeft ook meegeholpen met het bergen van de lijken. Bij het oppakken van die stoffelijke overschotten moest men goed uitkijken, want verschillende lijken raakten in brand door het nog aanwezige fosfor. De heer Eggink van boerderij Leunk heeft het lichaam van de parachutist met paard en wagen naar de Hoekendaalseweg gebracht. De lichamen werden daar in houten kisten gedaan die waren vervaardigd door zagerij Groot Bramel. Daarna werden ze met wagens vervoerd naar de begraafplaats van Vorden. Op 10 januari werden de stoffelijke overschotten begraven, maar deze keer werden er geen Vordenaren toegelaten. De restanten van 4 van de bemanningsleden werden in maar 2 graven geplaatst omdat het niet meer herkenbaar te identificeren was. Wel stonden er veel mensen bij de hekken te kijken, om zo nog enige eer te bewijzen aan de navolgende personen:
|
Warrant Officer II Dick Foote 22 jaar Toronto, Ontario, Canada PILOOT Sergeant Munro McKenzie 19 JAAR Watford, Hertfordshire NAVIGATOR Sergeant Maxwell Wilson Stephenson 23 JAAR Bishop Auckland, Co. Durham 2E PILOOT Sergeant William Thomas McLennan 31 JAAR Aberdeen, Schotland NAVIGATOR Sergeant Patrick George Brogan 19 JAAR Eltham, Londen RUGKOEPELSCHUTTER Sergeant Robert Kilpatrick Wardrop 33 JAAR Hamilton, Lanarkshire STAARTSCHUTTER
Sergeant George Mitchell LEEFTIJD ONBEKEND RADIOTELEGRAFIST/BOORDSCHUTTER
|
 |
Op de foto van links naar rechts:
Wardrop/Foote/Smith(vloog niet mee) Brogan/McLennan/McKenzie. Foto = Collectie K.Lusink, Drempt - ARGA.
|
Factsheet Lancaster
Date : 08-01-1943
Time : 19.23 h
Aircraft : Lancaster I W-4159
Codes : WS-Y
Squadron : 9 Squadron RAF
Base : Waddington, UK. A/C took off at 17.20 h.
Crashed : Vorden-Hackfort. A/C crashed between Hoekendaalseweg 3 (D.Norde) and Kruisdijk 7 (J.L. Klein Brinke). Tail section came down in “Diekmansbos”. Bomb load exploded after crash.
Crash due to :Nightfighter, Oblt Ludwig Becker, 12./NJG 1. Claimed a Lancaster at Hackfort, SE of Zutphen (sector Hering). 800-1000 m, 19.23 h.
Target : Duisburg
Remarks : 3 Pathfinder Mosquitoes and 38 Lancaster took part in this raid.
Bombing between 19.20 and 19.35 h. 3 Lancasters lost.
6 a/c of 9 Sq took part in this raid. W-4159 exploded in air !
Bomb load : 1 x 4000 Hc (“Cookie”) and 12 SBE (90x4) Inc.
|
|
Een bijzondere bodemvondst
Recentelijk (zomer 2012) heeft iemand met een metaaldetector op zoek naar munten een bijzondere ontdekking gedaan. Tijdens zijn zoektocht rondom kasteel Hackfort bij Vorden kreeg hij een enorme uitslag op de detector die heel wat groter was dan een munt. De schop ging in de grond en tot zijn verbazing vond hij de aanwinst van deze maand. Na een tip van de politie en overleg met de Officier van Justitie hebben we dit boordwapen van een Engels vliegtuig aan onze collectie kunnen toevoegen.
|
 |
De aanwinst is een bodemvondst boordmitrailleur, de Browning .303 Mark II.
De Browning werd door de R.A.F. (Royal Air Force) geadopteerd en werd geproduceerd door Vickers Armstrong en BSA om patronen van het kaliber .303 (7.7 mm.) te kunnen verschieten en werd daarna de Browning .303 MK 2 in Britse dienst genoemd. Het was oorspronkelijk een 1930 model Colt-Browning met patroon band voeding. Het was ontworpen om hydraulisch afgevuurd te worden vanuit de vleugels van een vliegtuig. Er werden echter ook modellen gemaakt die met een aanpassing handmatig afgevuurd konden worden vanuit bommenwerpers en verkenningsvliegtuigen. Het wapen had een vuurkracht van 1150 patronen per minuut.
|
 |
De Browning na conservering in de display in het museum. |
Op zoek naar informatie over de crash waar dit wapen vandaan kwam heb ik dankbaar gebruik mogen maken van de informatie uit het boek “Vorden tijdens de bezetting”, van Robert Ellenkamp uit juli 1997 aangevuld met informatie en een afbeelding van Karl Lusink AIR WAR RESEARCHER ARGA Drempt. Dank hiervoor.
Lees meer: aanwinst november 2012
Nederlandse KNIL veldmuts
|
 |
Deze muts is geschonken door een bezoeker in het museum en zijn vader heeft gediend bij het Koninklijk Nederlandsch Indisch Leger.
|
Het model van deze veldmuts is lastig vast te stellen maar zeker voor 1942, de oranje bies en de hoorn werden standaard door het KNIL gebruikt.
|

Lees meer: aanwinst oktober 2012
| | | | |